Het is zondagmiddag 20 januari 2019. Om 13:30 uur loopt een groep mensen door Apeldoorn en ze zijn onderweg naar de Tutein Noltheniuslaan 50. Een bijzonder huis in Apeldoorn waar tijdens de Tweede Wereldoorlog afschuwelijke taferelen hebben plaatsgevonden.
De groep gaat bij het huis in het trottoir een gedenksteen leggen ter nagedachtenis aan Ruth Rebekka Gluskinos. Ruth Rebekka is een van de ruim 400 Joodse Apeldoornse burgers die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Nazi’s is opgepakt en in een concentratiekamp is zij in de gaskamer vermoord.
Een kort verhaal over Ruth Rebekka.
Ruth Rebekka Gluskinos is de dochter van Willy Gluskinos en Judith Ester Gluskinos-Breslauer. Ze heeft twee broers en één zus.
Ruth Rebekka is voor zover bekend alleenstaand en heeft volgens verwanten een fysieke beperking. Haar broer Georg vlucht in 1937 naar Nederland uit angst voor de Gestapo. Eind 1939 vervolgt hij zijn vlucht door met een illegaal emigratie-schip, de Dora, naar Palestina te gaan. De ouders van Ruth Rebekka vluchten ook naar Nederland en slagen er op een bepaald moment in legaal Palestina te bereiken. Ook Ruths andere broer, Gerhard, zou naar Palestina zijn gevlucht. Reni, Ruths zus, kan tot 1942 in Breslau blijven, dankzij de bescherming door een politiechef die bevriend is met haar vader. Het lukt Reni in 1942 om met een ander illegaal emigratie-schip, de Patria, Palestina te bereiken.
In 1939 vertrekt Ruth Rebekka uit het Duitse Emden om naar Apeldoorn te gaan, waar ze vanaf december 1939 woont in pension ‘Huize Laanzicht’, Meester van Hasseltlaan 25 (na de omnummering nummer 39). Daarna verblijft zij op drie verschillende adressen, waarbij ze steeds inwoont bij een Joods echtpaar. Rond juli 1940 verhuist zij naar de Weidestraat 10 (alleen herleidbaar via Delpher), het huis van het echtpaar Joseph en Judith Elze. Vanaf 12 februari 1941 woont ze een kleine drie maanden in bij het echtpaar Berend Gustaaf en Jeannette Frieda Cohen en hun kinderen, in de Deventerstraat op nummer 129. Op 2 mei 1941 wordt haar adres Tutein Noltheniuslaan 50, waar ze inwoont bij het echtpaar Barend en Vrouwtje Slagter. In de nacht van 17 op 18 november 1942 vinden er in Gelderland in verschillende plaatsen grote razzia’s plaats. In Apeldoorn wordt een onbekend aantal Joden uit hun huizen gehaald en lopend naar het plaatselijke treinstation geleid. Van daaruit worden ze per trein naar Kamp Westerbork gedeporteerd. Ook Ruth Rebekka wordt deze nacht opgepakt. Ze is op 18 november 1942 in Kamp Westerbork geregistreerd. Daar blijft ze drie maanden. Op dinsdag 16 februari 1943 vertrekt een trein uit het kamp met als eindbestemming Auschwitz. Ruth Rebekka is één van de 1108 gedwongen passagiers. Op vrijdag 19 februari 1943 komt de trein aan in Auschwitz. Ruth Rebekka wordt op dezelfde dag in een gaskamer vermoord. Ook het echtpaar Slagter waar Ruth Rebekka bij inwoont wordt omgebracht. Voor het echtpaar Slagter wordt later dit jaar de gedenkstenen gelegd.
Tot zover het verhaal over Ruth Rebekka.
Behalve ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de holocaust zijn de steenlegging-ceremonies vooral bedoeld voor de nabestaanden, zij krijgen hierbij dus een belangrijke rol, bijvoorbeeld door een korte persoonlijke beschrijving te geven van de persoon of het gezin dat herdacht wordt, en de gedenksteen te leggen. Een steenlegging duurt in de regel 15 minuten per adres (vaak meerdere stenen, omdat het soms gezinnen/echtparen betreft).
Gedenkstenen worden gelegd bij huizen waaruit in de Tweede Wereldoorlog Joodse Apeldoorners door de Nazi’s zijn gedeporteerd naar de concentratiekampen.
Mensen die in de concentratiekampen zijn omgebracht, hebben geen graf waar ze kunnen worden herdacht. Een Joodse uitspraak is: “Een mens is pas vergeten, als ook zijn naam is vergeten”. De werkgroep Gedenkstenen Joods Apeldoorn wil er door het plaatsen van gedenkstenen voor zorgen dat de namen niet worden vergeten. Vanuit Apeldoorn zijn in de Tweede Wereldoorlog ruim 400 Joden weggevoerd naar de vernietigingskampen. De werkgroep wil in enkele jaren tijd alle adressen, waar deze Joodse Apeldoorners hebben gewoond, voorzien van gedenkstenen.
Het leggen van gedenkstenen gebeurt niet alleen in Apeldoorn. In verschillende steden en dorpen in Nederland, en ook elders in Europa worden deze gedenkstenen gelegd.
De gedenkstenen staan ook bekend onder de naam Stolpersteine (struikelstenen), de werkgroep in Apeldoorn heeft er bewust voor gekozen om de stenen “Gedenkstenen” te noemen.
De gedenkstenen die in Apeldoorn worden gelegd zijn 10x15 cm met daarin gegraveerd de naam van het slachtoffer, de sterfdatum en -plaats, en de bereikte leeftijd. Zo blijft de herinnering aan hen levend.
De werkgroep Gedenkstenen Joods Apeldoorn krijgt geen subsidie voor het leggen van de gedenkstenen. Het leggen van de gedenkstenen wordt ondersteund door vrijwillige giften. Ook uw gift is daarom van harte welkom om de werkgroep in de gelegenheid te stellen ook alle ruim 400 gedenkstenen te kunnen leggen in Apeldoorn. De totale kosten voor het leggen van de ruim 400 gedenkstenen is door de werkgroep begroot op € 48.000,00.
Donaties zijn van harte welkom en kunt u overmaken naar:
Rekeningnummer: NL74 RABO 0340 1176 80
Ten name van: Messiaanse Gemeente Bracha
Omschrijving: “Donatie tbv Gedenkstenen Apeldoorn + <naam slachtoffer>” of “andere bestemming”.
Voor meer info over gedenkstenen in Apeldoorn kunt u terecht op de website van de werkgroep https://gedenkstenen-apeldoorn.nl